Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En vandaar gegaan zijnde, kwam hij in het huis van een [man], met name Justus, [16]die God diende, wiens huis [17]paalde aan de synagoge. 16. Dat is, die een Jodengenoot was. Zie hfdst.13 vs.43. 17. Waarom Hij daar schijnt te hebben willen logeren, om over straat gaande, het gevaar van oploop der ongelovige Joden te vermijden.